Het gaat hier om de ‘traditionele’ fysiotherapie en om manuele therapie. Een fysiotherapeut stabiliseert, vermindert of herstelt een functiestoornis of de gevolgen daarvan door het toepassen van oefentherapie, massage en begeleiding. Ook technieken uit de manuele therapie kunnen helpen bij het aanpakken van een functiestoornis; door de lichaamsdelen rond het gewricht op een bepaalde manier te bewegen kan de beweeglijkheid vaak vrij snel worden vergroot.
Stress- en pijnklachten kunnen als lichamelijk gevolg hebben dat de spieren verkorten of verharden of dat gewrichten niet meer soepel bewegen.Juist als een dergelijke situatie wat langer bestaat, kan het zijn dat deze gevolgen niet eenvoudigweg verdwijnen als de stress verminderd of verdwenen is. In zo’n geval heeft het zin om met toepassingen uit de fysio- en manuele therapie hieraan te werken.
Binnen de praktijk gelden de therapieën en technieken zoals hierboven beschreven als ondersteunend en aanvullend. Ook bij een open en geïntegreerde aanpak van het ‘systeem/lichaam als geheel’ kunnen soms lichamelijke spanningsklachten ‘overblijven’ (zoals verkortingen, knopen, stijfheid), die aangepakt moeten worden om een duurzaam totaaleffect te verkrijgen.